FAQ


Wat is de Leefbaarometer?

De Leefbaarometer is een instrument van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om tot op laag schaalniveau (100x100 meter) en voor geheel Nederland een inschatting te geven van de leefbaarheid. Dat is gedaan aan de hand van een groot aantal kenmerken van de woonomgeving, zoals type voorzieningen, lokale geluidsbelasting en onveiligheid. De Leefbaarometer geeft een indruk van waar het naar verwachting goed of slecht is gesteld met de leefbaarheid (signalering) en hoe die leefbaarheid zich ontwikkelt (monitoring). De Leefbaarometer geeft een statistische voorspelling van de lokale leefbaarheid. Hoe de situatie ter plekke écht is, vraagt om nader onderzoek. Er kunnen lokaal namelijk ook factoren een rol spelen die niet in de Leefbaarometer zijn opgenomen.

De Leefbaarometer geeft niet aan wat er lokaal zou moeten veranderen om de leefbaarheid te verbeteren. De Leefbaarometer is een signalerings- en monitoringsinstrument, en geen causaal model. Om de leefbaarheid te verbeteren zijn de erin opgenomen omgevingskenmerken niet automatisch de beste 'knoppen om aan te draaien'. Het instrument signaleert waar het goed lijkt te gaan en waar juist niet en geeft - met de dimensies die erin worden onderscheiden - handvaten voor de richting waarin maatregelen voor verbetering van de leefbaarheid gezocht kunnen worden.

De Leefbaarometer kan gebruikt worden bij de beleidsvoorbereiding door gemeenten, woningcorporaties en andere organisaties die zich inzetten voor leefbare en veilige wijken en buurten: daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om probleemsignalering en het stellen van een eerste wijkdiagnose. Ook kan het instrument gebruikt worden voor monitoring, evaluaties en verdiepend onderzoek. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruikt de Leefbaarometer onder andere voor de monitoring van de leefbaarheidssituatie en -ontwikkeling in Nederland en informeert de Tweede Kamer daarover. Daarmee komt het ministerie tegemoet aan de wens van de Kamer om tweejaarlijks over de stand van zaken met de betrekking tot de leefbaarheid te worden geïnformeerd. Gemeenten kunnen de Leefbaarometer ook gebruiken bij de onderbouwing van de gebiedsaanvraag om selectieve woningtoewijzing op grond van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek te kunnen toepassen, naast gegevens uit de eigen wijkprofielen, buurtindexen en kwalitatieve informatie. Ook is de Leefbaarometer bijvoorbeeld nuttig voor onderzoek naar waterbedeffecten, om in de gaten te houden of leefbaarheidsproblemen in bepaalde wijken zich niet verplaatsen naar andere wijken.

De Leefbaarometer bevat informatie over 2002, 2008, 2012, 2014, 2016, 2018, 2020 en 2022. De Leefbaarometer wordt iedere twee jaar geactualiseerd.

terug naar boven

Waarom de Leefbaarometer?

De Leefbaarometer is in 2008 ontwikkeld naar aanleiding van:

  • een advies van het Burgerplatform 'Leefbaarheid en stedelijke vernieuwing' aan de voormalig Minister van VROM voor een landsdekkend instrument om periodiek de leefbaarheid te meten op een kleinschalig ruimtelijk niveau, zodat vroegtijdig kan worden vastgesteld in welke wijken sprake is van zorgwekkende ontwikkelingen.
  • de behoefte van steden, uitgesproken in het kader van het Grotestedenbeleid, aan een leefbaarheidsmonitor.

De Leefbaarometer wordt veel gebruikt door gemeenten, corporaties en andere lokale partijen om het eigen leefbaarheidsbeleid mede richting en vorm mee te geven. Om dit gebruik te faciliteren worden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de gegevens in het instrument tweejaarlijks geactualiseerd. In 2021 is de Leefbaarometer herijkt naar versie 3.0. Bij die herijking zijn alle indicatoren opnieuw beoordeeld. Meer informatie over de herijking vind je bij Waarom is de Leefbaarometer herijkt?. De herijking is uitvoerig beschreven in het rapport Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling.

terug naar boven

Wat is leefbaarheid?

Aan de basis van de Leefbaarometer ligt een uitgebreide literatuurstudie van het begrip leefbaarheid (Leidelmeijer en Van Kamp, 2003). Aan deze studie is de definitie van leefbaarheid ontleend, waarvan wordt uitgegaan in de Leefbaarometer: Leefbaarheid is de mate waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de mens aan worden gesteld. In de meest recente herijking van de Leefbaarometer naar versie 3.0 is de literatuurstudie geactualiseerd en is nader ingezoomd op de omgevingskenmerken die ervoor van belang zijn. Zie hiervoor het document Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling.

terug naar boven

Hoe wordt de leefbaarheid gemeten?

De Leefbaarometer geeft een modelmatige schatting van de leefbaarheid. De Leefbaarometer is opgebouwd uit een oordelenmodel en een gedragsmodel die worden samengevoegd om te komen tot de score van de Leefbaarometer. Beide modellen zijn gebaseerd op de samenhang tussen omgevingskenmerken en een voor elk model specifiek criterium:

1. Oordelenmodel bewoners: het oordeel van bewoners over hoe prettig zij het vinden om in hun buurt te wonen. Dit is afgeleid uit het WoonOnderzoek Nederland (WoON), een representatief steekproefonderzoek met in 2018 67 duizend respondenten.

2. Gedragsmodel woningmarkt: de waardering voor een omgeving die tot uitdrukking komt in hoeveel mensen ervoor over hebben om op een specifieke plek te wonen. Hiervoor zijn o.a. ruim 700 duizend transacties op de woningmarkt in de jaren 2017-2019 geanalyseerd.

Die criteria zijn zelf geen onderdeel van de modellen, maar worden gebruikt om aan af te meten hoe mensen verschillende aspecten van de woonomgeving waarderen en hoe belangrijk ze die vinden. Het zijn de omgevingskenmerken die - door de weging toe te passen die uit de modellen volgt - gezamenlijk en in aanvulling op elkaar een indruk geven van hoe het met de leefbaarheid in een gebied is gesteld. De Leefbaarometer bestaat dus uit de gewogen optelsom van al de daarin opgenomen omgevingskenmerken.

Om te bepalen in hoeverre een gebied positief of negatief scoort op de Leefbaarometer wordt gebruik gemaakt van 45 typen omgevingskenmerken die zijn samengesteld uit 94 onderliggende variabelen (voornamelijk afkomstig uit landelijke registraties). Welke omgevingskenmerken zijn opgenomen in de Leefbaarometer is beperkt door de beschikbaarheid van gegevens en door de mate waarin een kenmerk een aanvullende verklaring biedt op de andere kenmerken in het model. Dat een omgevingskenmerk niet in het model zit, wil dan ook niet zeggen dat het niet samenhangt met leefbaarheid.

De omgevingskenmerken worden onderverdeeld in 5 leefbaarheidsdimensies, zie hiervoor: Wat zijn de onderliggende dimensies?.

Meer gedetailleerde informatie over de opzet en de werking van de Leefbaarometer vindt u in het document Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling.

terug naar boven

Wat zijn de onderliggende dimensies?

De Leefbaarometer geeft een voorspelling van de mate waarin de kenmerken van de woonomgeving in een gebied worden gewaardeerd door bewoners. De gewogen omgevingskenmerken die tezamen de 'leefbaarheid' vormen zijn gegroepeerd in vijf dimensies:

  1. Woningvoorraad
  2. Fysieke omgeving
  3. Voorzieningen
  4. Sociale samenhang
  5. Overlast en onveiligheid

Niet iedere dimensie telt even zwaar mee in de totaalscore van de leefbaarheid. 'Voorzieningen' en 'Overlast en onveiligheid' hebben het grootste gewicht (zie onderstaande figuur). Fysieke omgeving het kleinste. De bijdrage van elke dimensie aan de leefbaarheid volgt uit de verschillen in weging van de omgevingskenmerken waaruit een dimensie bestaat.

Met ingang van Leefbaarometer 3.0 worden ook de onderliggende dimensies op kaartbeeld getoond. De scores op de dimensies worden in beeld gebracht voor de jaren 2014, 2018, 2020 en 2022. De kaarten geven weer hoe de scores op de dimensies zich verhouden tot het gemiddelde in Nederland. Ook voor de totaalscore van de leefbaarheid is een vergelijkbaar kaartbeeld beschikbaar waarin het verschil t.o.v. het gemiddelde in Nederland wordt weergegeven. De dimensiescores sommeren tot deze totaalscore.

Let op:er worden geen dimensiescores weergegeven voor de jaren 2002, 2008, 2012 en 2016. Zie hiervoor: Is de leefbaarheid in vorige jaren opnieuw berekend met het nieuwe model?.

Om de scores op de onderliggende dimensies voor een specifiek gebied te zien, kunt u op het gebied klikken in de kaart. Hiermee wordt zichtbaar hoe een bepaald gebied zich op de verschillende dimensies verhoudt tot het landelijk gemiddelde. De score op een dimensie is dan te interpreteren als de bijdrage van een dimensie aan de totaalscore; deze zal positief zijn als het boven gemiddeld is en negatief als het beneden gemiddeld is. De schaal is telkens in termen van standaarddeviaties. Hierbij wordt steeds het gebied getoond in de ruimtelijke schaal die zichtbaar is op de kaart. Als het buurtniveau aanstaat wordt het profiel van de buurt getoond, en als de gemeentelaag aanstaat wordt het profiel van een gemeente getoond. Door te klikken op de ontwikkelingskaart kunt u op dezelfde manier zien wat de ontwikkelingen op de achterliggende dimensies zijn in een specifiek gebied. De kleuren van de staven in de grafiek geven weer hoe betekenisvol de score is (zie onderstaande figuur). Voor een verdere toelichting van deze kleurcodering zie Hoe wordt de leefbaarheid weergegeven?.

Let op: Terwijl de totale leefbaarheid wordt weergegeven als een absolute score, variërend van 'zeer onvoldoende' tot 'uitstekend', geven deze deelscores aan of een gebied beter of slechter scoort dan het landelijk gemiddelde (in standaarddeviaties)..

De leefbaarheidssituatie in Nederland wordt gemiddeld als 'ruim voldoende'/op de grens met 'goed' beoordeeld. Dus valt een gebied met oordeel 'voldoende' leefbaarheid onder het Nederlandse gemiddelde. Het kan daarom voorkomen dat (bijna) alle deelscores negatief uitvallen bij een 'voldoende' totaalscore.

Deze situatie is enigszins vergelijkbaar met een leerling die voor een vak een 7 (en dus ruim voldoende) staat, terwijl zijn klasgenoten gemiddeld een acht scoren. Die 7 is op zich een mooie voldoende, maar op afzonderlijke proefwerken zal deze leerling over het algemeen toch minder scoren dan zijn medeleerlingen.

Let op: de dimensiescores voor de jaren 2002, 2008, 2012 en 2016 worden niet weergegeven. Zie hiervoor Is de leefbaarheid in vorige jaren opnieuw berekend met het nieuwe model?.

Voor meer informatie verwijzen wij u naar het uitgebreide document Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling. Een overzicht van de gebruikte indicatoren per dimensie vindt u hier.

terug naar boven

Waarom is de Leefbaarometer herijkt?

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft opdracht gegeven om het model achter de Leefbaarometer (versie 2.0, peiljaar 2012 te herijken). Daarvoor waren meerdere redenen:

  • In de loop van de tijd verandert de waardering van de leefomgeving door bewoners, mede als gevolg van nieuwe fenomenen in de fysieke omgeving, zoals overstromingen, windturbines en hittestress. En door veranderingen in de samenleving, zoals de toenemende populariteit van online winkelen, bezorgdiensten voor boodschappen en maaltijden, en de elektrische fiets.
  • Er is de afgelopen jaren een publieke discussie ontstaan over het gebruik van indicatoren met betrekking tot migratieachtergrond in monitoringsinstrumenten door de overheid. Dat speelde ook voor Leefbaarometer 2.0. In deze discussie droeg een onjuiste interpretatie van het model van de Leefbaarometer bij aan potentiële stigmatisering van specifieke bevolkingsgroepen. Dat is een onwenselijke situatie, waar ook Kamervragen over zijn gesteld. In antwoord daarop heeft het ministerie expliciet aangegeven dat ”in de Leefbaarometer 3.0 geen indicatoren meer zullen worden gebruikt die betrekking hebben op de migratieachtergrond”.
  • Tot slot staan de ontwikkelingen in dataverzameling niet stil. De kwaliteit en beschikbaarheid van bestaande databronnen zijn veranderd en anno 2021 zijn nieuwe databronnen beschikbaar die het mogelijk maken om meer aspecten van de leefomgeving te meten of dat op een betere manier te doen.

Bij de herijking van het model zijn door de ontwikkelaars van het model, Atlas Research en In.Fact.Research, alle eerdere indicatoren uit Leefbaarometer 2.0 tegen het licht gehouden en zijn nieuwe indicatoren verkend om te komen tot Leefbaarometer 3.0. Daarbij is rekening gehouden met de laatste inzichten uit de wetenschappelijke literatuur en is de modelontwikkeling onderworpen aan wetenschappelijke toetsing. Bovendien zijn alle indicatoren getoetst aan criteria van maatschappelijke acceptatie. Tussentijds is het model uitgebreid gevalideerd en waar nodig aangescherpt. Daarbij zijn gemeenten en andere lokale partijen zoals corporaties betrokken geweest. Ook is een vergelijking gemaakt met de uitkomsten van onafhankelijke lokale leefbaarheidsonderzoeken. Daaruit is gebleken dat Leefbaarometer 3.0 een goede voorspeller is van het oordeel dat bewoners hebben over hun buurt. Ook bleek Leefbaarometer 3.0 die oordelen beter te voorspellen dan Leefbaarometer 2.0.

Voor meer achtergronden over het waarom (en het hoe) van de herijking verwijzen wij u naar het document Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling.

terug naar boven

Wat is er veranderd met de herijking?

  • De set van omgevingsindicatoren en de gewichten die zij hebben gekregen in het model zijn veranderd:
    • Er zijn nieuwe omgevingskenmerken toegevoegd, te weten ervaren sociale cohesie, ervaren onveiligheid, gebouwhoogte, overbewoning, specifieke risicosegmenten m.b.t. onderhoud van woningen, hittestress, overstromingsrisico's, woningleegstand, inwonersdichtheid, diversiteit levensfase, luchtkwaliteit (fijnstof), parkeerdruk en verkeersveiligheid.
    • Van een aantal omgevingskenmerken die ook in Leefbaarometer 2.0 zaten, is de meting verbeterd. Dit is het geval bij aardbevingen, windturbines en voorzieningen.
    • Omgevingskenmerken die potentieel als stigmatiserend kunnen worden ervaren, zijn weggelaten. Dat betreft alle indicatoren die refereren aan migratieachtergrond, leeftijd, uitkeringsafhankelijkheid, huishoudsamenstelling en opleiding.

      Voor een overzicht van alle indicatoren in Leefbaarometer 3.0, zie dit overzicht [link naar bestand met indicatoren]

      • De modelschattingen zijn aangescherpt en er zijn meer statistische controles uitgevoerd, waardoor de verklaringskracht van de onderliggende modellen is vergroot en de Leefbaarometer robuuster is geworden.
      • De score van de Leefbaarometer wordt niet meer alleen weergegeven in termen van 'onvoldoende' of 'uitstekend', maar ook als een meer neutrale afwijking van het gemiddelde in Nederland.
      • Naast de totaalscore van de Leefbaarometer worden in Leefbaarometer 3.0 ook kaarten van dimensies op de website getoond, eveneens als afwijking van het gemiddelde in Nederland.
      • De kleurstelling van de kaartbeelden is aangepast waardoor deze beter door mensen met kleurenblindheid kunnen worden gelezen.

      Voor meer detail bij alle veranderingen in de Leefbaarometer als gevolg van de herijking verwijzen wij naar het document Leefbaarometer 3.0: Instrumentontwikkeling.

      terug naar boven

      Geeft de Leefbaarometer aan hoe de leefbaarheid moet worden verbeterd?

      Nee, de Leefbaarometer geeft aan hoe het naar verwachting met de leefbaarheid is gesteld in een gebied, maar geeft geen oplossingen om de leefbaarheid te verbeteren. Daar zijn verschillende redenen voor.

      Een belangrijke reden is dat in de Leefbaarometer niet alle omgevingskenmerken zijn opgenomen die van belang zijn voor de leefbaarheid. Dat komt onder andere doordat niet van alle relevante kenmerken ook gegevens beschikbaar zijn die én vergelijkbaar zijn voor geheel Nederland én op een laag schaalniveau bruikbaar zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van zwerfvuil op straat, de kwaliteit van openbaar groen, veiligheid van looproutes, het functioneren van de vuilnisophaaldienst, overlast door toerisme, fietswrakken, stankoverlast, parkeerdruk door voorzieningen, enzovoort. Van al dat soort zaken die wel van belang kunnen zijn voor de leefbaarheid zijn onvoldoende bruikbare gegevens beschikbaar en deze tellen dus niet mee in de Leefbaarometer.

      Ook zijn sommige omgevingskenmerken niet opgenomen in de Leefbaarometer omdat ze geen aanvullende verklaringskracht hebben in de modellen. Denk bijvoorbeeld aan woninginbraken. Die hangen wel samen met leefbaarheid, maar bleken in de modellen geen aanvullende statistische verklaringskracht te hebben bovenop de omgevingskenmerken die ook in de modellen opgenomen zijn doordat deze onderling te sterk samenhangen. Dat wil vanzelfsprekend niet zeggen dat woninginbraken er niet toe doen.

      Een tweede reden waarom de Leefbaarometer niet aangeeft wat er aan de leefbaarheid moet worden verbeterd en hoe dat moet worden gedaan, is dat er vaak verschillende manieren zijn om eenzelfde probleem op te lossen. Zo kunnen problemen van onveiligheid worden aangepakt met meer politie op straat, maar ook door aanpassingen in de openbare ruimte of door sociaal beleid. Wat in een bepaalde situatie het beste zal werken, kan het beste lokaal worden bepaald.

      Een derde reden waarom de Leefbaarometer niet aangeeft wat er moet worden verbeterd, is dat verschillende gebieden ook verschillende functies met zich mee kunnen brengen, wat ook gevolgen kan hebben voor de leefbaarheid. Zo kan een hoog voorzieningenniveau in een uitgaansgebied nog weleens samengaan met meer overlast en onveiligheid. Dat verdient natuurlijk aandacht, maar tot op zekere hoogte is dat ook 'normaal' voor zo'n gebied.

      Kortom, de Leefbaarometer signaleert wel dat er waarschijnlijk wat aan de hand is in een gebied en kan daarmee mede richting geven aan waar beleidsaandacht nodig is, maar biedt niet de oplossing voor de problemen. Het is daarom verstandig om ten behoeve van leefbaarheidsbeleid niet alleen af te gaan op de omgevingskenmerken in de Leefbaarometer, maar vooral ook lokaal te verkennen wat er aan de hand is en wat eraan kan worden gedaan.

      terug naar boven

      Hoe wordt de leefbaarheid weergegeven?

      De Leefbaarometer geeft een indicatie van de leefbaarheid in een bepaald jaar per woongebied. Er zijn twee opties beschikbaar om dit te laten zien:

      • als een waardering, genormeerd naar het WoonOnderzoek Nederland (WoON) 2018
      • als een afwijking van het gemiddelde in Nederland in 2018

      Voor de waardering wordt de volgende klassering in negen klassen gebruikt:

      waardering

      Deze klassering is genormeerd op de oordelen van de respondenten in het WoON 2018. Dat is zo gedaan dat het aandeel huishoudens in een klasse in de Leefbaarometer in 2018 overeenkomt met het aandeel huishoudens dat in het WoON de leefbaarheid op een vergelijkbare manier beoordeelt. Gemiddeld is de waardering voor de leefbaarheid in Nederland ruim voldoende/goed. Daarom is deze kaart van de Leefbaarometer ook overwegend 'groen'.

      Een gebied waarvoor onvoldoende indicatoren beschikbaar zijn om de leefbaarheid te schatten wordt in grijs weergegeven.

      Om de leefbaarheidssituatie in een gebied op deze manier weer te geven gaat u naar menukeuze "indicator" en kiest u bij de kaartinstellingen voor de indicator "Leefbaarheidssituatie".

      Voor de afwijking van het gemiddelde wordt de volgende klassering in negen klassen gebruikt:

      Legenda Leefbaarheidsontwikkeling

      Hierbij is de gemiddelde score ook echt het gemiddelde in Nederland (in 2018). De afwijkingen worden gedefinieerd met afwijkingen van het gemiddelde (in standaarddeviaties: SD's):

      sd1

      Een gebied waarvoor onvoldoende indicatoren beschikbaar zijn om de leefbaarheid te schatten wordt in grijs weergegeven.

      Om de leefbaarheidssituatie in een gebied op deze manier weer te geven gaat u naar menukeuze "indicator" en kiest u bij de kaartinstellingen voor de indicator "Leefbaarheidssituatie - Afwijking".

      De dimensiescores worden net als bij de afwijking van de gemiddelde leefbaarheid weergegeven ten opzichte van het gemiddelde in Nederland in 2018 voor de desbetreffende dimensie. Daarvoor worden de volgende klassen gebruikt:

      bijdrage

      Deze dimensiescores geven voor elke dimensie weer hoe sterk de som van de bijdrage van de in de dimensie opgenomen omgevingskenmerken van een gebied afwijkt van het gemiddelde in Nederland en daarmee hoe de dimensie in zijn geheel bijdraagt aan de eindscore van de Leefbaarometer. Er worden vier positieve klassen en vier negatieve klassen gebruikt. De middenklasse komt overeen met het gemiddelde in Nederland. De afwijkingen t.o.v. van het gemiddelde worden gedefinieerd in termen van standaarddeviaties (SD):

      sd2

      Een gebied waarvoor onvoldoende indicatoren beschikbaar zijn om de dimensiescores te schatten wordt in grijs weergegeven.

      Om de dimensiescores op kaart weer te geven gaat u naar menukeuze "indicator" en kiest u bij de kaartinstellingen bijvoorbeeld voor de indicator "Leefbaarheidssituatie - Woningvoorraad" of een andere dimensie.

      Naast de leefbaarheidssituatie op een bepaald moment kunnen ook de ontwikkelingen in een bepaalde periode ingezien worden. Hiervoor wordt de volgende klassering gebruikt:

      ontwikkeling

      Ontwikkelingen door de tijd worden op eenzelfde wijze in klassen ingedeeld als de afwijking. De ontwikkeling van de Leefbaarometerscore tussen twee peiljaren (bijvoorbeeld 2014 en 2018) wordt op basis van het aantal standaardafwijkingen ingedeeld in een van negen klassen (variërend van 'Zeer grote verslechtering' tot 'Zeer grote verbetering').

      sd3

      Een gebied waarvoor onvoldoende indicatoren beschikbaar zijn om de leefbaarheidsontwikkeling te schatten wordt in grijs weergegeven.

      Om de dimensiescores op kaart weer te geven gaat u naar menukeuze "indicator" en kiest u bij de kaartinstellingen bijvoorbeeld voor de indicator "Leefbaarheidsontwikkeling”. De ontwikkelingen op de dimensies kunnen op eenzelfde manier worden geselecteerd, bijvoorbeeld door te kiezen voor de indicator “Leefbaarheidsontwikkeling – Sociale samenhang”.

      Let op: het kan voorkomen dat een gebied in jaar 2 in een andere leefbaarheidsklasse terechtkomt dan in jaar 1, zonder dat er op de ontwikkelingskaarten sprake is van een zichtbare leefbaarheidsontwikkeling. Dit kan indien een gebied bijvoorbeeld in jaar 1 net onder de bovengrens van een klasse scoort en in jaar 2 net boven deze grens scoort, en daarmee dus een klasse opschuift. Omdat het hier om kleine ontwikkelingen gaat en op de ontwikkelingskaarten alleen betekenisvolle ontwikkelingen weergegeven worden, is een dergelijke kleine ontwikkeling niet zichtbaar op de ontwikkelingskaarten.

      terug naar boven

      Wat is een grid?

      In de Leefbaarometer worden de uitkomsten op het laagste schaalniveau gepresenteerd in de vorm van 'grids' in blokken van 100x100 meter. De grids worden doorsneden met bebouwing, straten en vaarwegen om de vorm van het woongebied recht te doen zoals dat er is in een stad of dorp. Daardoor blijven bijvoorbeeld een park of de grens met het omliggende weiland herkenbaar. De grenzen van de blokken worden niet standaard getoond. Blokken met eenzelfde score lijken daardoor een gebied te vormen. Door bij 'referentiekaarten' de grids aan te klikken, worden de grenzen van de grids waar de kaart uit is opgebouwd wel getoond.

      Alle berekeningen zijn op 6ppc-niveau uitgevoerd. Om tot de berekening van de gridscores te komen is gekeken welke 6ppc-gebieden in zo'n blok liggen. 6ppc-gebieden lopen echter dwars door de blokken heen. Daarom zijn die op basis van het woningaantal onderverdeeld en vervolgens is het gewogen gemiddelde van de (delen) van 6ppc-gebieden binnen zo'n blok berekend. Een postcode die slechts een klein deel van zo'n blok uitmaakt telt hierdoor maar een klein beetje mee in de berekening van de leefbaarheid van een blok.

      Let op: informatie op gridniveau is (in tegenstelling tot informatie op gemeente-, postcode-, wijk- en buurtniveau) alleen beschikbaar via kaartbeelden en niet via tabellen, omdat de blokken geen vaststaande (administratieve) indelingen volgen en het weergeven in een tabel, zonder een koppeling met een locatie op een kaart, niet zinvol is (het is dan immers niet duidelijk waar een blok zich precies bevindt).

      Uit privacyoverwegingen worden niet alle blokken afgebeeld. Er is daartoe een ondergrens gesteld aan het aantal inwoners in een blok. Wanneer volgens het CBS in een blok minimaal vijf inwoners wonen wordt de standscores van een bepaald peiljaar weergegeven. Voor ontwikkelingsscores is er de aanvullende vereiste dat er zowel in het startjaar (bijv. 2014) als in het eindjaar (bijv. 2020) van de ontwikkeling minimaal vijf inwoners in het blok moeten zijn.

      De grenzen van een grid zijn niet hard. U stapt niet met een voetstap van een blok met zwakke leefbaarheid in een blok met onvoldoende leefbaarheid. Hier zijn meerdere redenen voor:

      • de onderliggende berekening van 6ppc scores betreft bij een groot deel van de indicatoren een ruimtelijk gemiddelde van 300 meter loopafstand rondom die postcode. Dit betekent ook dat de gridscore gezien kan worden als een ruimtelijk gemiddelde van een grotere straal;
      • het werken met "harde" klassengrenzen kan ten onrechte harde overgangen in leefbaarheid suggereren, terwijl in de meeste gevallen de leefbaarheid in twee aaneengesloten blokken, mede vanwege het werken met ruimtelijke gemiddelden , niet veel zal afwijken. Echter, het ene blok kan net in de ene klasse vallen, terwijl het andere net aan de andere zijde van de klassengrens valt.

      terug naar boven

      Wat is het CBS-wijk- of buurtniveau?

      Dit is de landelijke indeling van wijken en buurten van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze indeling komt vaak overeen met de lokale gebiedsindelingen.

      Informatie over de indeling in wijken en buurten in 2022 vindt u op de website van het CBS.

      terug naar boven

      Wat is het postcodeniveau?

      Postcodeniveau betreft een indeling van gebieden volgens de postcodes van PostNL. Elk adres beschikt over een bepaalde postcode. Alle adressen die dezelfde 4 cijfers van de postcode hebben vormen een postcodegebied.

      terug naar boven

      Wat is een schaalafhankelijke kaart?

      Wanneer bij het ruimtelijk schaalniveau gekozen wordt voor Schaalafhankelijk zal de Leefbaarometer zelf een schaalniveau (gemeente, wijk, buurt of grid) kiezen dat het best past bij het gebruikte zoomniveau. Wanneer helemaal uitgezoomd is - en geheel Nederland dus in beeld is - zal de kaart weergegeven worden op gemeenteniveau. Maar wanneer heel sterk wordt uitvergroot - en dus individuele straten zichtbaar worden - zal de Leefbaarometer de kaart weergeven op gridniveau.

      De Leefbaarometer kent een schaalafhankelijke kaart: de leefbaarheidskaart van 2014, 2016 en 2018. Bij alle overige kaarten moet u zelf de keuze maken voor een passend ruimtelijk schaalniveau.

      terug naar boven

      Is de leefbaarheid in vorige jaren opnieuw berekend met het nieuwe model ?

      Het nieuwe model is gebruikt om de leefbaarheid te voorspellen voor 2014, 2018, 2020 en 2022.

      Met de introductie van de Leefbaarometer 3.0 ontstaat een trendbreuk ten opzichte van Leefbaarometer 2.0. De Leefbaarometer 3.0 is immers deels gebaseerd op andere indicatoren dan de Leefbaarometer 2.0 en er zijn andere wegingen toegepast. Die breuk vindt plaats in zowel 2014 als in 2018. De metingen 2014 en 2018 zoals die in de Leefbaarometer 3.0 wordt gepresenteerd zijn ook de uitkomst van Leefbaarometer 3.0. Deze wijkt dus af van de uitkomst van de metingen 2014 en 2018 waarover eerder met Leefbaarometer 2.0 is gerapporteerd.

      De uitkomsten van eerdere metingen - 2002, 2008, 2012 en 2016 - zijn zodanig getransformeerd dat ze aansluiten op de metingen van 2014, 2018, 2020 en 2022 met Leefbaarometer 3.0. Daarvoor is op het allerlaagste schaalniveau (zes-positie postcodegebieden) bepaald wat de gemiddelde verhouding is tussen de scores o.b.v. Leefbaarometer 2.0 en Leefbaarometer 3.0. De uitkomsten van eerdere metingen zijn vermenigvuldigd met deze verhouding.

      Omdat alleen 2014, 2018, 2020 en 2022 met het model van Leefbaarometer 3.0 zijn berekend, kunnen de dimensiescores alleen voor deze jaren worden weergegeven.

      terug naar boven

      Kan ik de leefbaarheid in een buurt ook op andere wijze bekijken?

      In de Leefbaarometer wordt de leefbaarheid met behulp van kaarten weergegeven. Maar de scores uit de Leefbaarometer zijn ook beschikbaar in tabelvorm. Of als Open data, bijvoorbeeld in de vorm van Excel spreadsheets, ESRI Shapefiles of Web Map Services. Kijk hiervoor op de pagina Open data.

      terug naar boven

      Welke relevante publicaties zijn er verschenen?

      Alle relevante publicaties over de Leefbaarometer zijn raadpleegbaar via menukeuze Publicaties.

      terug naar boven

      Andere vragen?

      Heeft u een vraag over de Leefbaarometer en kunt u het antwoord niet op deze informatiepagina's vinden?
      Dan kunt u mailen naar de postbus leefbaarometer.

      terug naar boven