Leefbaarheidsachteruitgang (vroeg)tijdig zien aankomen


Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft door de onderzoeksbureaus Atlas Research en In.Fact Research een analyse-instrument laten ontwikkelen om een verslechtering van de leefbaarheid in wijken en buurten in een vroeg stadium te kunnen herkennen. Met dit 'Vroegsignalerings'-instrument worden gebieden in kaart gebracht die nu nog een leefbaarheidsscore ‘voldoende’ hebben, maar die een groot risico lopen om af te glijden naar een mindere leefbaarheidsscore, zoals 'zwak' of nog lager. Deze nieuwe methode zetten we voor het eerst in 2024 in, waarbij in de eerste helft 2024 aan maximaal 15 gemeenten (kosteloos) de mogelijkheid wordt aangeboden om hieraan deel te nemen.

Uitvoering Vroegsignalering

Het ministerie maakt het per Leefbaarometer meting mogelijk om zonder kosten deel te nemen aan het traject Vroegsignalering. Daarbij wordt voor elke gemeente de methode Vroegsignalering toegepast en vertaald naar risicoscores en - profielen per buurt/gebied. Het doel is het identificeren van gebieden die op de korte termijn risico lopen op afglijden. Het gaat dus niet om gebieden waar nu al leefbaarheidsproblemen zijn maar om de ‘potentieel kwetsbare buurten’ en de deelgebieden van deze buurten met verhoogd of sterk verhoogd risicoprofiel. De methodiek is beschreven in een 'Handreiking Vroegsignalering leefbaarheidsproblematiek 2024'. In aanvulling op de presentatie in kaartbeelden zal per buurt worden beschreven welke risicofactoren een rol spelen in de gebieden met een (sterk) verhoogd risico. Op die manier wordt deelnemende gemeenten een eerste handvat geboden voor een proactief leefbaarheidsbeleid.

De gevraagde inzet van (een vertegenwoordiger van de) gemeenten in het proces is beperkt tot deelname aan een gezamenlijk startgesprek (met alle deelnemende gemeenten) waarin de werkwijze wordt toegelicht en een gezamenlijke presentatiesessie (met alle deelnemende gemeenten) waarin de uitkomsten van de vroegsignalering worden besproken. We gaan uit van een doorlooptijd van drie maanden. Voor de vroegsignalering wordt gebruik gemaakt van gegevens die beschikbaar zijn vanuit de Leefbaarometer en vanuit openbare data. Er is geen aanvullende input van gemeenten nodig.

Na de presentatiesessie worden de definitieve uitkomsten per gemeente afzonderlijk beschikbaar gesteld in de vorm van een powerpointpresentatie. Daarin wordt ingegaan op de situatie in de betreffende buurten in de gemeente op het vlak van vroegsignalering en waarin ook aanbevelingen kunnen worden opgenomen.

De uitkomsten zullen niet openbaar gemaakt/gepubliceerd worden maar alleen ter beschikking gesteld aan de betreffende gemeente.

Aanvullende specifieke analyses en discussie stakeholders

Als gemeenten in aanvulling op de geleverde en besproken uitkomsten behoefte hebben aan een nadere verkenning van de problematiek op basis van lokale data, aan een presentatie en/of nader gesprek met de lokale/regionale stakeholders over de uitkomsten van de analyses dan is dat vanzelfsprekend mogelijk.

Op basis van de algemene analyse kan per gemeente nader worden ingezoomd op onderdelen, bijvoorbeeld daar waar specifieke risico’s liggen, of kan verdieping worden aangebracht op basis van data die lokaal beschikbaar worden gesteld. Voor een optimale toegevoegde waarde van de resultaten voor lokale beleidsdiscussies is het vervolgens relevant dat de resultaten worden besproken, en discussie kan worden gevoerd over interpretatie en specifieke aandachtspunten.

Deze aanvullende activiteiten worden tegen een vast - door het ministerie met Atlas Research en In.Fact Research afgesproken - bedrag (voor eigen rekening van de gemeente) door Atlas Research en In.Fact Research uitgevoerd. Uiteraard kan de gemeente er ook voor kiezen om de specifieke analyse en discussie met stakeholders zelf uit te voeren.

Aanmelden voor lokale analyses

Geïnteresseerde gemeenten kunnen hun belangstelling kenbaar maken via postbus.leefbaarometer@minbzk.nl.